De eencellige grondleggers van alle leven op aarde ontstonden ca. 4 miljard jaar geleden. Planten, dieren en mensen kregen de kans zich te ontwikkelen. Het duurde bijna 2 miljard jaar voor de eerste “mens/aap-achtigen ” rechtop gingen lopen, vermoedelijk in Afrika. Opnieuw duurde het bijna 2 miljard jaar voordat deze Homo Erectus zich ontwikkelde tot een slimmere variant: de Neanderthalers in Europa, zo’n 100.000 jaar geleden. “Tegelijkertijd” , ook ca. 100.000 jaar geleden dus, ontwikkelde zich in Afrika een nog slimmere variant uit de Homo Erectus: de Homo Sapiens, de moderne mens dus!
De Homo Sapiens verdreef de Neanderthalers uit Europa en verspreide zich langzaam maar zeker over de hele wereld.
Superieur?
De mens heeft de neiging zichzelf superieur te achten boven al het andere leven op aarde en verwijst daarbij graag naar het bezit van “bewustzijn”. De daarmee samenhangende aspecten lijken bij dieren op het eerste gezicht inderdaad niet of nauwelijks te bestaan: belevingen, emoties, communicatie, gevoel, weten, begrijpen, geheugen, communiceren, intenties, reflectie.
Maar is de mens wel echt het hoogtepunt (of volgens sommigen zelfs het eindpunt) van de evolutie en … wie bepaalt dat eigenlijk? Wijzelf?
Degenen die ons mensen superieur achten wijzen graag op de grootte van onze alsmaar groter wordende hersenen. Maar daar kom je er toch niet helemaal mee: muizen hebben relatief veel grotere hersenen en in absolute zin hebben walvissen en olifanten ook grotere hersenen. Vermoedelijk niet geheel toevallig zijn olifanten en walvissen diersoorten waar toch een zekere emotionele beleving wordt toegedicht. Maar wat weten we eigenlijk van deze dieren?
Ook als we de genen gaan tellen gaat het wat ver om onszelf superieur te achten: we hebben ongeveer evenveel genen als een muis. Darwin zelf uitte zijn twijfels al over onze vermeende superioriteit en gaf aan dat de verschillen tussen mens en dier in elk geval wel “overbrugbaar” zijn.
Stel dat de mens uitsterft… het zou dus goed kunnen dat bepaalde dieren zich daarna, uiteraard over een erg lange periode, ontwikkelen tot denkers. Misschien tot nog wel meer begaafde denkers dan wij en hopelijk ook tot denkers met wat meer oog voor een goed beheer van de aarde 😊
Wie Darwin goed begrepen heeft weet dat elke soort uniek is en een eigen traject heeft afgelegd vanaf de eencelligen die aan de basis stonden van alle leven. Ook is helder dat de ontwikkelingen voortgaan en dat de huidige mens dus beslist niet het eindpunt is!
Van walvissen en dolfijnen is al langer bekend dat ze communiceren (zelfs in dialecten) en op enorme afstanden in zee. Olifanten herkennen zichzelf voor de spiegel en Chimpansees ontdoen takjes van bladeren en gebruiken die kale takjes daarna om mieren in een nest over die takjes te laten lopen en die mieren vervolgens heerlijk op te eten. Daar is toch over nagedacht? Ook is bekend van apen dat ze boos kunnen worden als een andere aap een betere beloning krijgt na het uitvoeren van een opdracht. Zelfs moreel besef is dus niet voorbehouden aan mensen.
Chimpansees en bonobo’s zijn verschillende soorten mensapen, maar toch gebruiken ze veel gemeenschappelijke gebaren. Een arm uitstrekken is bijvoorbeeld toestemming om op de rug te klimmen. Een duw of klap vertelt dat de ander moet stoppen met irritant gedrag of opzij moet gaan. Een lichaamsdeel naar de ander toekeren wil zeggen dat de aap op die plek gevlooid wil worden. Dat beide soorten deze gebaren gebruiken wijst op overerving en is een aanwijzing dat hun voorouders (die ook onze voorouders zijn) deze gebaren ook al gebruikten.
***
Wat dieren in elk geval niet doen: elkaar uitmoorden. Als er al gemoord wordt is het om een knorrende maag stil te krijgen. Nou ja…
De evolutietheorie van Darwin is in feite geen theorie meer, omdat het bewijs via indrukwekkende data inmiddels wel rond is. Fossielen van vissen die zich ooit tot landdieren konden ontwikkelen zijn ook al gevonden: vissen met pootachtige structuren die ca. 400 miljoen jaar geleden rondzwommen en om de een of andere reden graag wilden wandelen. Alle ogen van dieren, hoe simpel of hoe complex ook, bestaan uit dezelfde aminozuren en zijn terug te voeren tot de lichtgevoelige cellen waarmee onze vroegere voorouders waren uitgerust.
Darwin had ook slecht nieuws voor ons, aardbewoners: de soorten ontwikkelen zich, maar dat wil niet zeggen dat die soorten steeds beter worden. De soorten veranderen, maar hebben daarbij geen richting of doel. De genen die gunstig zijn voor (gewijzigde) omstandigheden worden via voortplanting doorgegeven, de dragers van ongunstige genen komen heel wat moeilijker aan een liefdespartner. Het leven is ook daarom een ordinaire en onrechtvaardige loterij, waarin de sterksten/slimsten hun genen doorgeven en als soort overleven: survival of the fittest.